In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rijden dagelijks 370.000 auto's die enkel voor hun werk bestemd zijn, wat tot aanzienlijke luchtvervuiling leidt. De Brusselse regering heeft daarom besloten om geleidelijk een thermisch verbod in te voeren, d.w.z. een verbod op benzine- en dieselauto's, dat volledig geïmplementeerd moet zijn tegen 2035 (verbod op dieselauto's tegen 2030 en verbod op benzineauto's tegen 2035). Hoewel dit de lokale luchtkwaliteit ten goede zal komen, brengt het uitdagingen met zich mee voor kleine ondernemers, gezinnen en voor de 190.000 pendelaars met auto's uit de andere gewesten, vaak met slechte verbindingen met het openbaar vervoer, evenals voor de 74.000 uitgaande auto's, met pendelaars die vaak werkzaam zijn in laaggeschoolde banen buiten de kantooruren, zoals op de luchthaven.

Transport is Europa's grootste bron van CO2, verantwoordelijk voor de uitstoot van meer dan een kwart van alle broeikasgassen. Een verbod op diesel- en benzinevoertuigen leidt tot minder uitstoot en een verschuiving naar elektrisch aangedreven vervoer, maar mogelijk ook naar duurzamere vervoerswijzen zoals lopen, fietsen en openbaar vervoer. De voordelen van het thermische verbod zijn zowel mondiaal (tegengaan klimaatverandering) als lokaal (betere luchtkwaliteit, minder lawaai).

Veel dichtbevolkte steden in Europa bestuderen of hebben beleid geïmplementeerd om het gebruik van vervuilende voertuigen te ontmoedigen. Via deze casestudy zal TANDEM leren over de verschillende implicaties en gevolgen van dit beleid voor belanghebbenden zoals kleine bedrijven, lokale overheden, infrastructuurontwikkelaars en pendelaars. Het zal ook alternatieven ontwikkelen en evalueren met de betrokken inwoners.